Hard werken !
De grijze kleuren van de ochtendschemering begonnen geleidelijk te vervagen en plaats te maken voor de zon die zijn licht al vooruit stuurde naar de lichtbewolkte hemel.
Hoewel de zon nog niet zichtbaar was waren de wolken een prachtig decor voor de naderende zonsopkomst.
Astaria was een prachtig land om dit schouwspel mee te mogen maken.
Glooiende heuvels en dalen met in de verte zicht op de ruwe en scherpe bergketens.
In een van de dalen was de bovenloop van een rivier zichtbaar en de lichte wolkenhemel spiegelde daarin.
Werkelijk een adembenemend uitzicht.
Olaf genoot daar elke keer weer van.
Hij stond nog even stil te genieten toen zijn aandacht werd gewekt door geluiden van verder weg.
Nogmaals luisterde hij extra scherp en ja, het was voor hem reden om nu snel weg te gaan.
In het dorp was het druk.
Veel mensen in de straten die voedsel aanboden.
Ook was er vrij veel aanbod van technische spullen.
Toch leek de vraag niet groot.
Wel zag het er gezellig en druk uit maar er miste iets.
Ik keek goed rond om te ontdekken wat dat was maar op het eerste gezicht viel mij niets op.
Het bleef me achtervolgen, er was iets !
Ik liep verder, mensen knikten vriendelijk, maar …..
Opeens leek het of er als het ware een bries opstak.
In de hele straat begonnen zij, ongeveer gelijktijdig, hun spullen op te pakken en niet lang daarna was iedereen verdwenen.
Ademloos had ik het schouwspel gezien.
Een vrouw greep mijn arm en sleurde me haast mee naar binnen.
Meekomen, onveilig …… lopen !
Na mijn eerste voorzichtige verzet gaf ik het op en ging mee door allerlei stegen.
Een deur ging open en ik werd naar binnen getrokken.
Daarna ging het weer door een aantal gangen en kelders totdat we uiteindelijk in een ruimte kwamen waar een groter aantal mensen bij elkaar waren.
Ik wilde wat vragen maar onmiddellijk werd een hand op mijn mond gehouden en het gezicht daarbij sprak boekdelen.
Praten was niet toegestaan, het leek erop dat iedereen doordrongen was van een gevaarlijke situatie.
Ik begreep er niets van maar ik liet het me maar overkomen.
Het was duidelijk dat zij geen kwaads in de zin hadden en mij gewoon ook wilden beschermen.
Waartegen was me onduidelijk maar ik zal er vast wel achter komen.
Het leek uren te duren.
Ergens achteraan ging zachtjes krakend een deur open en kwam iemand binnen.
Er klonk wat geroezemoes en het leek of de spanning aan het verdwijnen was.
Verschillende mensen begonnen zachtjes te praten en er waren er ook al die weggingen.
Ergens anders klonk snikken, er was duidelijk verdriet.
Ik begreep nog steeds niet wat er aan de hand was, maar er was iets heel goed mis in deze omgeving.
Iemand kwam naar mij toe en vroeg of ik hem wilde volgen.
Ik liep met hem mee en we gingen naar een wat grotere kamer waar nog een paar mensen zaten.
Aan het hoofdeinde van de tafel nam iemand het woord.
— Ik ben Olaf, mag ik u vragen wie u bent en wat u hier doet ?
Ik vertelde hem dat ik Thor heette en over mijn interesse in de natuur, de evolutie en alles wat daarmee samenhangt en dat ik daardoor op een bepaald moment de keuze had gemaakt om hier te komen kijken.
Hij knikte vriendelijk.
— Wij hebben hier regelmatig te maken met machthebbers die alles doen om ons te onderdrukken zodat wij aan hun wensen voldoen.
— Kunt u dan de politie daar niet van op de hoogte brengen ?
— De politie weet dit al veel langer maar doet niets, zij zijn in feite in dienst van de machthebbers.
Ik keek rond.
— Ik zou graag willen weten wat er zojuist gebeurd is ?
— Regelmatig komen ze hier naar het dorp om ons te intimideren en zo af en toe, zoals vandaag, pikken ze een van onze dorpelingen op en vermoorden ze die.
Even stokte de adem in mijn keel.
Toen herwon ik mijzelf.
— Ik hoorde iemand snikken in die ruimte waar ik zojuist vandaan kwam.
— Ja, dat was zijn vrouw, ze waren al heel veel jaren samen en gelukkig tot op dit moment.
Ik werd stil.
Er is dan eigenlijk niets wat je nog kunt zeggen.
— Dit is heel erg.
— Wat doen jullie er aan om dat te stoppen ?
— Wij kunnen het onmogelijk stoppen want dan komen ze met een hele legermacht, vermoorden iedereen en branden alles plat, dat is al eerder met twee dorpen hier in de buurt gebeurd.
— Maar wat gebeurt er als jullie iedereen mobiliseren, ook in de omgeving, uiteindelijk kunnen ze daar niet tegenop.
— De intimidatie is te groot en de mensen zijn te bang, daardoor hebben ze eigenlijk vrij spel.
Ik moest nadenken.
Er was iets, maar wat ?
Hoe kon ik hen helpen ?
Opeens kwam er iemand binnenlopen.
Bezorgd keken de mensen elkaar aan en ook naar mij.
— Wat is er ?
— Diezelfde groep komt terug van wat ze zijn wezen doen en gaan weer door het dorp.
— We dachten dat ze niet zouden komen maar kennelijk hebben ze niet gevonden wat ze zochten.
— Ga alle anderen waarschuwen, iedereen moet zo stil mogelijk blijven.
Ik stond op.
Ineens kreeg ik een idee waar ik in terecht gekomen was.
— Laat me zien waar ze zijn.
Bijna in paniek keken ze naar hun leider.
Olaf keek naar mij.
Ik knikte.
Hij knikte ook.
Gedrieën gingen we op pad, voorzichtig, zo stil mogelijk om hen niets te laten merken.
Daar, in de verte, zagen we de groep aankomen, met speren, zwaarden, pijl en boog.
Een aantal van hen waren te paard.
Nu wist ik het zeker.
We hielden stil en ik vroeg Olaf hoe de hiërarchie in de groep was, hij legde het zachtjes haarfijn uit.
Ik wist genoeg.
Een paar helpers hadden weer een man te pakken gekregen en wilde hem ten aanschouwe van hun leider vermoorden.
Ik pakte mijn laser gun en op het kritieke moment vuurde ik.
De beul stortte zielloos ter aarde.
Toen vuurde ik op het paard van de leider en achtereenvolgens op de andere paarden.
Het werd een chaos.
In paniek vluchtten ze weg in de richting waarvandaan ze gekomen waren.
Zelfs de leider moest in zijn potsierlijke kostuum te voet verder.
Ik zag Olaf naar mij kijken.
— Olaf, het is nu aan jou om de mensen in de omgeving te mobiliseren en te activeren, ik moet weer verder.
Hij begreep het en er pinkte een traan in zijn ogen.
Dankjewel Thor.
Geef een reactie