Voorwoord
Misschien denkt de oplettende lezer straks iets te herkennen maar ik moet heel stellig zijn, dit verhaal beschrijft een fictie, het is niet en was niet de werkelijkheid. Ook gelijkenissen met personen, situaties en organisaties zijn beslist toevallig.
Dat wat hierna beschreven is komt nagenoeg uitsluitend voort uit de fantasie van de schrijver.
Bijzonder dankbaar ben ik voor het moment dat Mark Labbeye in mijn leven kwam. Hij heeft mij veel geleerd over de wijze waarop de natuur wordt beheerd en wat natuur eigenlijk inhoudt.
De schrijver,
Jacques Ruiter
Gras.
Op het grasveld liep een forse man met een grote zonnehoed. In zijn hand had hij een klein schepje. Vorsend keek hij rond alsof hij iets zocht. Nu eens links, dan weer rechts, dan weer een stapje vooruit. Dat wat hij zocht leek moeilijk te vinden.
Het ging een tijdje zo door en mijn eerdere interesse voor dit fenomeen begon een beetje af te nemen. Mijn aandacht was getrokken door zijn gedrag en vooral de (journalist eigen) nieuwsgierigheid naar wat hij zou vinden.
Ik wilde net verder gaan met mijn boswandeling toen ik hem vanuit mijn ooghoeken door zijn knieën zag gaan. Voorzichtig haalde hij wat blaadjes weg, hij leek volledig in trance.
Hij had het kennelijk gevonden!
Mijn nieuwsgierigheid ontvlamde meteen. Hier moest iets bijzonders aan de hand zijn. Door mijn boswandelingen was ik enigszins op de hoogte geraakt van de flora en fauna die zich regelmatig voor mijn ogen ontvouwde.
Ik klom over het hek en liep in gestrekte draf in de richting van het unieke schouwspel. Ver kwam ik echter niet.
Met veel en doordringend geluid maakte hij mij duidelijk dat hij daar niet van gediend was. Met een schok kwam ik tot stilstand. Teleurgesteld en verontschuldigend probeerde ik wat medelijden op te wekken en ja, wonderwel genoeg lukte dat ook een beetje. Een beetje bars kwam hij, voorzichtig lopend en kijkend waar hij zijn voeten zette, naar mij toe.
Met gebogen hoofd, een beetje deemoedig keek ik hem aan, alsof ik me bewust begon te worden van mijn grote misstap. Hij stond nu vlak bij me en keek me, met een ernstige en beetje dreigende manier, vorsend aan. Ik vroeg me af wanneer de eerste klap zou komen en hoe ik die af kon weren. Tegelijkertijd demonstreerde ik mijn berouw over de wandaden die ik begaan had.
Hij kwam een beetje tot rust en begon er geleidelijk wat minder woest uit te zien. Na een tijdje, dat voor mij eindeloos lang leek te duren, begon hij tegen me te praten. Inwendig haalde ik diep adem maar liet daarvan niet teveel merken.
Hij ging verder. Besef je niet dat dit een enorm belangrijk en uniek stuk natuur is waar je naar binnen begon te galopperen, zonder te kijken waar je liep? Ik heb daar zojuist een fantastische ontdekking gedaan. Mijn hoofd richtte ik een beetje op en probeerde met een bewonderende blik naar hem op te zien.
Het werkte, hij voelde zich belangrijker worden nu hij mij voorzichtig duidelijk kon maken op welke eminente wijze hij een wereldschokkende ontdekking had gedaan. Ik keek hem bewonderend aan en mompelde wat over zijn kundigheid.
Hij pakte het verhaal weer op. Kijk nu eens rond, wat zie je eigenlijk? Ik haalde, een beetje nonchalant, mijn schouders op. Gras denk ik. Ja, voor de meeste mensen is dit gewoon een grasveld.
Maar, als je verder kijkt, zoals ik, dan bestaat het uit méér dan gras, véél meer. Daartussen vond ik een speciale soort, uniek, zeldzaam, die hier in de wijde omgeving niet voorkomt.
Ademloos en bewonderend keek ik hem aan. Hij keek mij aan, hield nog even de spanning erin, fluisterde toen haast eerbiedig: het blauwgestreept rooigras!
Het was er uit.
Dankbaar, voor het wonder waarvan hij mij deelgenoot had gemaakt, keek ik hem aan. Ik zag niet helemaal het verschil tussen het ene en het andere grassprietje maar ik bleef hem met gepaste bewondering aankijken. Hij liet duidelijk merken dat hij mijn bewonderende blikken waardeerde en ging steeds verder in op de wonderbaarlijke verschillen tussen allerlei, mij volkomen onbekende, grassprieten.
Steeds enthousiaster werd zijn betoog en ik merkte dat hij mij, door mijn ononderbroken aandacht voor zijn onderwerp, een goede en aandachtige luisteraar vond die nog veel van hem kon leren.
Na pakweg een kwartiertje begon ik weer behoefte te krijgen om mijn boswandeling voort te zetten. Maar hij merkte het op en voordat ik mijn voornemen kon uiten stelde hij voor om even naar het wonderbaarlijke grasje te gaan kijken zodat ik voortaan zou weten waar ik mijn voeten wel en niet mocht neerzetten. Gedwee volgde ik hem, mijn boswandeling moest nog even wachten. Voorzichtig gaf ik gehoor aan zijn aanwijzingen over het plaatsen van mijn voeten.
Na een paar minuten bereikten wij de plek waar het unieke grasje zich zou moeten bevinden. Hij keek even goed rond en ja, daar stond het. Ik zag niets bijzonders en daarom vroeg ik of we het ook van dichterbij konden bekijken.
Voorzichtig schuifelden wij, centimeter na centimeter, naar de plek die hij aangaf. Nu op je knieën gaan zitten, ik gehoorzaamde. Kijk uit met je linkervoet. Weer zag ik niets maar ik schoof hem een beetje naar rechts. Toen zag ik zijn dikke wijsvinger voorzichtig naar een paar hele kleine grassprietjes wijzen.
Triomfantelijk en met de verwachting dat ik van verbazing om zou vallen zei hij, bijna net zo eerbiedig als de eerste keer, dit is nu het blauwgestreepte rooigras. Ik viel inderdaad bijna om van verbazing, werkelijk, ik zag alleen maar gras. Maar goed, ik gaf hem weer de bewonderende blik en hij was tevreden.
Samen gingen we weer voorzichtig terug naar de weg en ik nam me voor om nooit meer op het gras te gaan lopen met het risico om nogmaals zo’n enthousiastherik tegen te komen.
Bij de weg aangekomen dacht ik mijn boswandeling op te kunnen pakken maar nee, hij was me weer voor.Kom, we gaan nog even een koffie drinken en daarna ga ik mijn rapport opstellen.
Trouwens, hoe heet je eigenlijk? Ik? Ik ben Frits van Emmen. Oh, nooit van gehoord maar ik vond het aangenaam. Mijn naam is Mark Labbeye, en nu naar de koffie. Een moment stond ik als aan de grond genageld maar ik herpakte me snel.
Dit was de bekende natuuronderzoeker die wereldwijd groot aanzien genoot! Ik was perplex en liep bijna ademloos met hem mee.
Intussen begonnen allerlei gedachten in mijn hoofd op te borrelen over de mogelijkheden van een interview in deze roerige tijden. We waren vlakbij het dorp, Washingtown, en al snel naderden we het café. Tot mijn verbazing liepen we daar voorbij, linksaf door de Rabbit Lane, dan rechts naar de Cuckoo Lane en vlak na de hoek naar een kapitale villa.
Het hek ging automatisch open en voor ons lag een prachtige oprijlaan, achter ons sloot het hek zich weer bijna geruisloos. Tweehonderd meter verder was het huis. Ook de voordeur ging automatisch open en zijn personal assistent, denk ik, stond al klaar.
Maarten, wil je ons koffie brengen, of Frits, heb je liever cappuccino, wij zitten op het terras. Eigenlijk was ik perplex over wat me overkwam maar ik kon toch duidelijk maken dat ik een uitgesproken voorkeur voor cappuccino had. Mark keek me even met gefronste wenkbrauwen aan.
Door het prachtige huis, terwijl ik van de schoonheid genoot, liepen we naar het terras. Toen we goed en wel op de comfortabele stoelen zaten kwam Maarten al aan. Hij had er voor ieder een lekker hapje aan toegevoegd.
Wat doe je voor de kost? Mark was behoorlijk direct. Oh, ik ben journalist en ik werk voor een aantal bladen. Dan zul je het nu wel druk hebben met al die toestanden over stikstof, pfas, CO2 en meer van dat spul. Ik zal je wat vertellen.
Ik luisterde met aandacht naar wat Mark naar voren ging brengen en hoopte dat het niet zo uitgebreid zou zijn als de verhandeling over al die grasjes.
Waar jij gewandeld hebt of nog gaat wandelen is een gebied van mij, het is gewoon een uit de hand gelopen hobby. Vroeger, toen ik nog klein was, begon ik aan een terrarium. Al gauw had ik te weinig ruimte en teveel planten dus wilde ik een grotere hebben, dat lukte. Maar ook dat bleek niet voldoende voor mijn passie.
Uiteindelijk, ten einde raad, besloten mijn ouders om de tuin door mij te laten inrichten. Dat was een prima oplossing waar ik een hele tijd mee zoet was.
Ik studeerde verder, natuurlijk in de richting waarin ik nu mijn beroep heb. De tuin bleek ook niet geheel mijn maat te zijn dus, na veel aanhouden, overlegde mijn vader met mijn opa over dit enorme probleem, mijn honger naar alsmaar groter.
Ik begon het verhaal steeds boeiender te vinden en was in gedachten al bezig met het schrijven van zijn levensgeschiedenis.
Mijn opa, een wijs man, zag helemaal geen probleem maar meer een uitdaging. Hij bezat veel grond, als landbouwer kon hij wel een paar hectaren missen en daar kon ik dan mijn lusten botvieren.
Inmiddels was ik al afgestudeerd, cum laude, en kreeg een onderzoek opdracht van een bedrijf. Beter kon het niet gaan. Van mijn eerste geld zette ik een klein kasje op opa’s grond en begon daar met mijn onderzoeken. Dat liep uit op een groot succes. Na een paar van die opdrachten, ook internationale, ging het mij voor de wind en kon ik alle grond van mijn opa overnemen.
Zorgvuldig ontwierp ik mijn natuurlijke park zoals ik het in mijn hoofd had. Ik kreeg steeds meer opdrachten en op een gegeven moment had ik een bedrijf met honderd medewerkers. Ook nam ik steeds meer aangrenzende grond over, waar jij je boswandelingen doet, tot de huidige omvang van ongeveer tien bij tien kilometer. Meer is er niet te koop.
Met steeds meer bewondering had ik naar zijn verhaal geluisterd. Ik vroeg hem of er verschil was tussen dat wat hij met het gebied deed en hoe anderen hun gebieden beheerden.
Weinig verschil, je moet weten dat het een kostbare aangelegenheid is. Als je naar de werkelijke kosten per vierkante kilometer gaat kijken dan schrik je enorm. Gelukkig wordt dat door de bevolking hoofdelijk, als een soort gemiddelde, betaald. Als het naar rato zou worden berekend dan zou ik het niet kunnen doen.
De journalist in mij werd steeds alerter maar ik wilde er niet zonder zijn expliciete toestemming over gaan publiceren. Mag ik hierover schrijven? Als je dat wilt heb ik geen bezwaar, ik spreek vrijuit maar ik wil het wel eerst lezen.
Inmiddels was de
koffie op en besloot ik om mijn boswandeling voort te zetten. Mark had er alle
begrip voor en bovendien moest hij hard aan het werk. Wel wilde hij meteen weer
een afspraak maken. Dat was het begin van een nieuwe episode in mijn leven, met
een nieuwe vriendschap.
Natuur-lijk.
Op de volgende afspraak wilde ik me graag goed voorbereiden. Nu had ik de mogelijkheid om van een professional te horen hoe hij dacht over alle maatregelen die door regeringen werden genomen. Natuurlijk begreep ik wel dat iedereen zijn eigen mening vormt, soms zeer tegengesteld, maar ik had het idee dat Mark zijn mening in ieder geval niet door geld liet leiden. Dus dompelde ik mij onder in allerlei documenten en verklaringen waarbij ik mij niet aan de indruk kon onttrekken dat veel daarvan geschreven was door belanghebbenden. Die belanghebbenden konden zowel voor- als tegenstanders zijn. Na een week ploeteren was ik klaar voor de volgende afspraak.
Hallo Mark!
Hoi Frits, je bent precies op tijd voor de koffie … eh … cappuccino.
We volgden dezelfde weg naar het terras en Maarten bracht onze drankjes, weer voorzien van hetzelfde lekkere hapje. Mark, ik heb de hele week van de vroege morgen tot laat in de avond allerlei verhalen en documenten zitten lezen over de beruchte stoffen, natuurgebieden enzovoort. Er zijn veel tegenstellingen, vaak beweringen die lijnrecht tegenover elkaar staan en soms zelfs, voor een leek als ik, pertinente onwaarheden. Wat moet ik daarmee? Wat kunnen rechters daarmee?
Frits, ik zal je wat vertellen, iets wat misschien wat duidelijkheid schept. Toen ik het hele gebied bij elkaar had, en alles in de loop van de tijd naar mijn idee had uitgewerkt, hoorde ik toevallig van een vriend dat een grote investeerder interesse had in een bepaald deel ervan ten behoeve van pretpark en vakantiewoningen. Hij was daarover met de gemeente in overleg om de snelste stappen te kunnen nemen. Dat was nog niet zo lang geleden dus je kent het gebied zoals het nu is.
Om dit te voorkomen heb ik een aantal stappen genomen.
Als eerste heb ik door een aantal natuurvorsers, waaronder ikzelf, laten onderzoeken welke unieke flora en fauna zich hier ontwikkeld had. Er bleken meerdere bijzonder zeldzame soorten (zoals blauwgestreepte rooigras) in ontwikkeling te zijn.
Daarmee was de stap, om het tot een beschermd natuurgebied te maken, wel veel werk maar vrij eenvoudig. Bovendien stelde ik het onmiddellijk open voor het publiek. Daarmee waren de kansen voor de investeerder verkeken.
Maar ik ken ook gebieden die tot natuurgebied zijn verklaard door het aanwezig zijn van een zeldzame paddensoort die de eigenaar er zelf had ingezet. Waarschijnlijk lagen die er, na kortere of langere tijd, op hun rug met de pootjes omhoog.
En er zullen vast veel meer creatieve mogelijkheden zijn om dit te realiseren.
Ik had ademloos geluisterd. Het was duidelijk dat belangen een hoofdrol speelden in dit spel. Zo werd duidelijk dat, als je de spelregels kende, het relatief gemakkelijk was om een zogenaamd natuurgebied te ontwikkelen.
Mark, ik wil je iets vragen. Wat is, volgens jou, een natuurgebied?
Frits, je komt dicht bij de kern van het vraagstuk. Mijns inziens is natuur iets dynamisch. Het heeft te maken met allerlei uitdagingen waarop het dynamisch reageert zoals vulkaan erupties, aardbevingen, tyfoons, overstromingen, klimaatveranderingen en beslist niet in de laatste plaats: mensen.
Wat wij als mensen doen, en ik ook met mijn zogenaamd natuurgebied, is het zorgvuldig conditioneren van de omgeving en het in stand houden van de bestaande situatie. Als het dreigt te veranderen door teveel gras dan halen we grazers binnen, als teveel vervelende rupsjes ontstaan spuiten we insecticiden, als de bomen ouder worden hakken we ze om en planten nieuwe, als het zand verdwijnt door grasgroei dan vinden we dat de uitstoot van stikstof moet verminderen. Dus het aan banden leggen van stikstof, koolzuur enzovoort.
Tegelijkertijd moeten we ons daarbij wel realiseren dat land- en tuinbouwers miljoenen uitgeven aan groeibevorderende middelen zoals bijvoorbeeld kunstmest (stikstof) en CO2 (koolzuur). Wij creëren uitsluitend onze eigen terrariums, een beetje groot, maar niet meer dan dat. Met natuur heeft het niets te maken. Zo zie ik het een beetje.
Overigens wel een leuke hobby, of leuk werk.
Om nog even terug te komen op mijn terrein. Daar heb ik het unieke blauwgestreepte rooigras gevonden maar zo’n dertig kilometer verderop heeft men het nu ook, in een ander natuurgebied. De laatste twee jaar groeit en bloeit het zo uitbundig dat men zich ernstige zorgen gaat maken omdat dan andere planten het loodje leggen. Men denkt dat te kunnen beperken door introductie van het plattraphoentje.
Dit is familie van het waterhoen maar leeft meer op het land en is dol op blauwgestreept rooigras dat daardoor volkomen platgetrapt en vernield wordt, vandaar de naam. De gebruikelijke grazers zijn hiervoor niet geschikt, zij lopen er het liefst met een grote boog omheen.
Zo zie je hoe wij omgaan met natuurgebieden. Natuur-lijk of, zoals je het in het Engels zou kunnen zeggen, Nature-like, ofwel net-echt maar niet heus.
De echte koffie en cappuccino waren al lang op en ook het extra hapje was inmiddels verdwenen dus —- tijd voor mijn boswandeling.
Natuur-gebied.
Mark zat in zijn favoriet stoel, de koffie en de cappuccino stonden al klaar en ik vond op de gebruikelijke wijze weer de weg naar het terras. Hoi Frits, wees welkom. Vandaag maar geen discussie ! Ik ga je gewoon vertellen wat ik van de natuur vind.
Al duizenden jaren zijn er mensen bezig in het natuurlijke milieu. Jagen, graven, bouwen, kappen en planten zijn hun favoriete bezigheden. Maar dat heeft wel invloed, en een steeds grotere, op de resterende natuurlijke habitat. Wij creëren niet alleen plaats voor wat wij natuur noemen maar verwoesten het met evenveel gemak ook weer.
Om een idee te geven wat ik bedoel zal ik een aantal voorbeelden geven.
Een tijdje geleden, in Nederland, toen het IJsselmeer nog niet bestond, kreeg iemand het idee om een afsluitdijk, De Afsluitdijk, aan te leggen. De gevolgen voor dat ecosysteem waren rampzalig. Het zoute water werd geleidelijk aan zoet en het gehele eco-systeem werd daar uitgeroeid.
De natuur is gewend aan dynamiek en besloot deze verwoesting aan te pakken met een nieuwe, frisse eco-aanpak.
Maar dat was nog niet genoeg. Ons poldermodel besloot om delen daarvan toch een andere bestemming te geven en gaf opdracht om een aantal delen in te polderen.
Weer werd een goed en uitgebalanceerd, door de natuur ontwikkeld, eco-systeem volledig onderuit gehaald.
Maar de natuur, gewend aan dit soort tegenslagen, weet altijd weer een oplossing te vinden en de ontstane gebieden leveren nu een overvloed aan voedsel op.
Sommige delen daarvan, al twee keer volledig onderuit gehaald, pasten niet in het commerciële en economische plaatje. De oplossing lag voor de hand. Ze werden uitgeroepen tot natuurgebied.
Maar de natuur moest zich wel aan onze regels houden. Op bepaalde plaatsen mocht het bos zich ontwikkelen en op andere plaatsen was gepland dat zich daar gras zou bevinden. Ook de dieren moeten zich aan die regels houden en de populatie wordt daarom strikt in de hand gehouden.
Ja, het kost heel wat moeite, polderen en plannen om een natuurgebied zodanig te ontwikkelen dat het een “echt” natuur-gebied wordt. Het vreemde is natuurlijk dat de natuur zelf daar geen moeite mee lijkt te hebben terwijl wij ons uit de naad werken en regelen. Dit soort perverse ontwikkelingen waarbij we de natuur volledig en destructief vernietigen doen wij met de regelmaat van de klok.
Inpolderingen en daarna weer ontpolderingen in Zeeland. Droogleggingen, vroeger, vooral in het westen. Afsluitingen van zeearmen in Zeeland die ook weer resulteren in een totale vernietiging van het bestaande eco-systeem. Het aanleggen van de maasvlakte en het daarmee begraven van het hele bestaande eco-systeem. Het creëren van de zandmotor voor het “op natuurlijke wijze” versterken van de kust. Daarmee het begraven van de bestaande flora en fauna.
Ja, de natuur heeft het moeilijk in ons land maar niet door het beetje extra voedsel voor plant en dier. Het gepolder, door ons, vormt een echte bedreiging voor de natuur, maar, wij als mens, hebben nog veel effectievere bedreigingen ter beschikking. Dat de volgende keer.
Echter, wat we ook doen of laten, de natuur is ons altijd de baas. We hebben geen keus. Er is geen ontkomen aan.
Natuur in Balans.
Zoals gebruikelijk maakte ik mijn boswandeling. Er begon zich iets te ontwikkelen. Voorheen ging ik gewoon wandelen en keek naar het groen van de begroeiing, het gedrag van allerlei dieren en insecten en genoot ik vooral van de natuurlijke rust.
Nu keek ik met een andere blik. Naar de ontwikkelingen van de natuur en naar het gedrag van ons, mensen, die uit alle macht proberen om de natuur zo “natuurlijk” mogelijk te maken ofwel de natuur zoveel mogelijk te laten voldoen aan ons beeld.
Vrachtwagens reden door het natuurgebied, leeg er naar toe, vol weer terug, stapels hout in de laadbakken. Omdat ik benieuwd begon te worden naar de perceptie van de chauffeurs over hun werkzaamheden, hield ik er af en toe een aan en vroeg dan wat ze deden en waarom.
Steevast kwam dan het antwoord dat het nodig was om de natuur in stand te houden. Ongebreidelde bomengroei zou de ondergang van het natuurgebied betekenen. Daarom moest er selectief gekapt worden om de natuur de mogelijkheid te geven zich te herstellen van de te dichte begroeiing.
Diezelfde vragen stelde ik ook aan de bosarbeiders en kreeg eensluidende antwoorden. Bij een beetje doorvragen kreeg ik ook uitleg. Zie je die boom? Over een paar jaar is die dood en daarna kan die gaan omvallen! Levensgevaarlijk! Dus kappen nu het nog veilig kan. Zie je die andere boom? Daarbij lijkt het alsof de stam in tweeën gesplitst is en met twee stammen naast elkaar verder gaat! Het risico van scheuren is levensgroot aanwezig. Daar moet echt iets aan gebeuren!
Weer verderop kwam ik op zanderig terrein en zag ik een heleboel jonge kinderen allerlei takken oprapen en uit de grond trekken. Natuurlijk vroeg ik ook aan hen wat zij aan het doen waren. Het bleek een groep kinderen te zijn die les kregen in het onderhouden van de natuur. De takken die zij uit de grond trokken bleken jonge bomen te zijn en die mochten, voor een goed natuur onderhoud, daar niet groeien. Daar hoorden zij niet! Als ze dat lieten gaan zou het de ondergang van het natuurgebied betekenen. Ook het mos moesten ze losharken en verwijderen.
Gelukkig kwam ik ook een groep natuurbeschermers tegen en kwam met hen in gesprek. Op de vraag hoe zij het hier vonden kwam het antwoord dat ze blij waren dat het natuurgebied zo goed onderhouden werd. Zij gaven rondleidingen en waren ook blij met de bomenkap zodat zij met de mensen, voor wie zij rondleidingen verzorgden, niet onnodig risico liepen. Wel waren zij het niet eens met het beleid met betrekking tot herten en ander wild. Dat was ronduit gemeen! Al die dieren zomaar doodschieten! Hoe het dan wel moest was niet duidelijk, daarover waren de meningen verdeeld.
Ik liep weer verder, in gepeins verzonken, piekerend over wat ik allemaal gehoord had. Opeens gebeurde er iets bijzonders. Ik hoorde een stem! Verbaasd keek ik rond. Niemand te zien! Toen, weer die stem! Ik keek nog eens goed rond en toen zag ik het! Een klein roodborstje op een tak sprak mij aan!
Verbaasd keek ik naar het kleine vogeltje. Onbegrijpelijk dat zoiets gebeurt. Dat kan toch niet! Zoiets gebeurt alleen in sprookjes!
Het roodborstje keek mij indringend aan. Ik zal je iets vertellen.
Je loopt nu rond en je vraagt je af wat er eigenlijk op deze aarde gebeurt. Enorme klimaat discussies. Vergroenen van Europa. En wie zal dat betalen. Kom mee en ik laat zien wat er gebeurt.
Voordat ik helemaal van verbazing bijgekomen was vloog het roodborstje op. Volg mij! Ik volgde. Een eindje verder ging het weer op een tak zitten en zei: kijk naar rechts. Ik draaide mijn hoofd naar rechts en zag het gebruikelijke bosgebied. Op aanwijzing van het roodborstje zag ik een vlaamse gaai. Kijk goed naar deze vogel. In zijn snavel had hij iets ….. een eikel! Hij keek zorgvuldig rond of niemand hem zag en toen stopte hij het op een speciaal plekje in de grond.
Ineens werd het mij weer volkomen duidelijk. De natuur voorziet in alles. Ook in de aanplant van bomen. Ook in het opruimen van dood hout. Ook in het recyclen van allerlei stoffen. Wij denken dat wij de natuur kunnen verbeteren! Maar alles is er al. Die miljarden bomen die zouden moeten worden geplant voor de vergroening van de Europese Unie worden al in veel grotere aantallen beschikbaar gesteld door de natuur, gratis en voor niets, zonder extra inspanning.
Alles in mij werd warm. Wij hoeven alleen maar de uitgestoken helpende hand van de natuur aan te pakken en te stoppen met het verwoesten van het ecologische systeem uit winstbejag.
Ik besloot om me aan te sluiten bij de werkers van de natuur. Het roodborstje kwetterde naar mij. Ik staarde nog eenmaal naar het grootse park en vroeg me af of dit werkelijkheid was of dat ik op het bankje gedroomd had. In ieder geval bleef de warmte in mij.
Natuur in Balans II.
Het vraagstuk van de balans liet mij niet los. Ik keek naar boven, naar de zon en herinnerde mij dat ook de zon perioden van intense en minder intense straling had, dat konden geologen duidelijk zien in de aardlagen.
De gevolgen waren duidelijk, koude en warme perioden wisselden elkaar af. Geen mens, dier of plant die daaraan iets kon veranderen.
Ook wist de aarde zelf een behoorlijk steentje te kunnen bijdragen aan de verstoring van de balans door bijvoorbeeld eens een aantal vulkaan erupties in scene te zetten. Gevolgen daarvan waren indrukwekkende koude periodes die de eco-processen behoorlijk verstoorden.
Daarnaast waren er ook lange perioden van extreme warmte en vochtigheid waarvoor de Europese Unie erg dankbaar zou zijn want zij veroorzaakten een enorme plantengroei die ons nu nog in de vorm van steenkool en gas en olie tot grote welvaart bracht. Die plantengroei stimuleren is een van hun belangrijke doelen. Hun dankbaarheid zou dan ook geen grenzen moeten kennen omdat die plantengroei enorm wordt/werd gestimuleerd door de CO2 toename.
Maar, hoe zit het nu met die balans ?? Bestaat er een balans of is het slechts een uitvinding van een aantal geleerde mensen, een soort wensen pakket waar de natuur aan zou moeten voldoen ? Hoe zijn die wensen dan ontstaan, waarop zijn ze gebaseerd, waarom zou dat zo moeten zijn ? Het lijkt erop, als je de geschiedenis mag geloven, dat de aarde allesbehalve stabiel is.
Van al die tegenstrijdige oorzaken en gevolgen begon ik een beetje moe te worden en besloot om een pauze in te lassen en een boswandeling te maken. Hierdoor zou ik mijn gedachten even wat rust kunnen geven, een beetje uitwaaien, wat alternatieve indrukken opdoen. Ook mijn maag begon een beetje te knorren.
Het was fris, winderig en er lagen plassen van de regen die vanmorgen gevallen was. Ik moest opletten met lopen want ik wilde mijn schoenen wel zo droog mogelijk houden. Het weiland, waar ik vorige week les gehad had in het blauwgestreept rooigras, lag er fris en fruitig bij. Daar ging ik in ieder geval niet lopen.
Verderop liepen enkele schapen en vlakbij het hek een paar van die grote runderen. Ik stopte even en keek er aandachtig naar. Ze gunden mij geen blik waardig maar gingen ongestoord door met het maaien van het gras, vervolgens verpulveren en nog eens verpulveren in de enorme ketel waarmee ze uitgerust waren.
Ineens, zonder enige waarschuwing vooraf, het geluid van de creatieve ontsnapping van uitlaatgassen die nu eenmaal bij dat soort processen ontstaan. Vroeger heb ik weleens gehoord dat die gassen behoorlijk brandbaar zijn, zou dat geen alternatief kunnen zijn voor het Groningse aardgas (Hi).
Het rund zelf leek zich van geen kwaad bewust. En, ja hoor, even later, met veel gekletter, kwamen ook de bijbehorende, min of meer vaste, bestanddelen in grote hoeveelheden naar beneden. Dat was dus het gras van een tijdje geleden.
Ik keek aandachtig. Langzamerhand vormde zich een beeld bij mij. Het klopte ! Het werd mij steeds duidelijker. De natuur IS in balans. Zelfs wij horen daarbij. Wij zijn weer een fase in de ontwikkeling van de natuur. Wij bepalen, door ons gedrag, zelf hoe lang deze fase, deze cyclus, voor ons duurt. De natuur IS volledig in balans.
Enthousiast liep ik door naar huis. Er was weer voldoende stof tot nadenken en om te schrijven. De natuur is perfect. Als de balans een beetje naar links gaat zorgt de natuur zelf dat rechts wordt aangevuld. En gaat de balans naar rechts dan komt er links een beetje bij. Zo gaat het alsmaar door.
Nu terug naar de actuele situatie. Ook daar is de balans volledig aanwezig. Laten we beginnen bij het voedsel zoals het gras ! Dat wordt bijvoorbeeld gegeten door de runderen. Vervolgens verteerd en weer uitgescheiden. Dit wordt weer gebruikt door het gras om verder te groeien. Dit gaat al eeuwen zo, volledig in balans.
Het beeld verandert totaal met het gebruik, door ons, van alternatieve energiebronnen, olie, gas en steenkool. Hierdoor wordt een enorme hoeveelheid, in de grond opgeslagen, koolzuur en nitraten, extra in het milieu verspreid.
Precies dat is de oorzaak van de enorme toename van koolzuur en stikstof. Het ontwikkelen en gebruik van fossiele brandstoffen brengt een enorm arsenaal, dat miljoenen jaren is opgespaard, naar de oppervlakte. Deze onvoorstelbaar snelle ontwikkeling veroorzaakt uiteindelijk de balans activiteiten van de natuur om het weer te corrigeren.
Dus: fossiele brandstoffen zijn mogelijk DE GROOTSTE veroorzakers van de huidige situatie. Niet het boerenbedrijf dat werkt met de balanscyclus. Niet de huizenbouw. Nee, fossiel gebruik.
Daarnaast: fossielvrij garandeert geenszins dat er geen klimaatverandering komt. Integendeel, het kan zelfs hiervan ook weer een oorzaak zijn ! Niemand die daarover zekerheid kan geven. Een flinke vulkaanuitbarsting of veel branden of vermindering van zoninstraling of het inslaan van een voldoende grote meteoor kan dit ook veroorzaken. De verborgen agenda van de natuur kan veel verrassingen inhouden. Geen enkele van de eminente wetenschappers kan daar inzicht in geven.
Wij moeten werken om in die gevallen zo goed mogelijk te kunnen overleven. Om nieuwe ijstijden, klein of groot of extreem warme periodes, aan te kunnen. We zijn, als mensheid, daartoe in staat en toegerust. Mits we samenwerken en niet elkaar voortdurend tegenwerken.
Natuur-like.
Het is inmiddels twee weken geleden dat ik mijn laatste boswandeling heb gemaakt en ik krijg weer behoefte aan wat frisse lucht. Ik trek mijn wandelschoenen aan, een warme jas, het is een beetje fris, en ga er op uit.
Eerst het bekende bosgebied en daarna …… wat is dat ? Op de weide zie ik tot mijn verbazing een vrachtwagen en een aantal mensen die met kruiwagens heen en weer rijden. En ….. zowaar, ook Mark galoppeert heen en weer, zonder ook maar een moment te kijken waar hij zijn voeten neerzet.
Wat een verschil met een aantal weken geleden !
Hallo Mark ! Verbaast kijkt hij op. Hoi Frits. Ja, het ziet er nu een beetje anders uit. Ik klim over het hek en ….. galoppeer (!) ….. enthousiast naar hem toe. Wat zijn jullie hier aan het doen ? Al het blauwgestreept rooigras wordt op die manier vernield !
Mark lacht, een beetje triest, en begint te vertellen over zijn volgende ontdekking. Dat gras leek eerst zo mooi en uniek maar net zoals in het natuurgebied verderop was het hier in werkelijkheid ook aan het woekeren.
Eerst leek het zeldzaam maar bij verder onderzoek ben ik echt geschrokken, veel uitbreidingen, echt veel ! Nu moeten we hier ook actie nemen omdat het anders ten koste gaat van het andere gras en dan hebben de runderen hier niet genoeg te eten. Dus, na deze grote schoonmaak, zullen we hier ook de plattrappertjes gaan inzetten om de zaak een beetje te beheersen.
Maar Frits, ik ben bijna klaar, heb je straks weer zin in cappuccino ?
In mijn kennissenkring weet iedereen dat als er cappuccino gezegd wordt dat ik dan alles opzij zet om daarvan te genieten dus ik zei meteen ja. Eerst nog een klein rondje en daarna … smullen !
Het duurde niet lang en na de gebruikelijke wandeling zaten we al gauw in de comfortabele stoelen met ons drankje en het daarbij behorende hapje.
Frits begon te vertellen over de andere bedreigingen van de natuur; de chemie. Veel producten die door de chemie gemaakt worden kunnen uiteindelijk rampzalig zijn voor de natuur en daarmee ook voor ons.
In de natuur komen micro-organismen met stoffen in aanraking waar zij niet tegen kunnen. Door de evolutie, een aantal keren reproductie, blijken zij daar geleidelijk aan beter bestand tegen te zijn. Dit gebeurt bijvoorbeeld ook met ziekten waartegen antibiotica gebruikt worden.
Uiteindelijk kunnen die micro-organismen daartegen ook een resistentie ontwikkelen en dat is dan pech voor diegene die deze ziekte krijgt.
De chemicaliën die wij ontwikkelen, zoals bestrijdingsmiddelen, kunnen bij ons mensen, schade veroorzaken in het DNA. Het kan zijn dat het in de eerste generatie nog niet merkbaar is maar bij volgende generaties steeds dramatischer effecten heeft. Daarmee belasten we dus onze kinderen, kleinkinderen etc. en het zou kunnen leiden tot uitsterven van mensen met een specifiek, daarvoor gevoelig, DNA terwijl mensen met andere DNA’s daar geleidelijk weerstand tegen opbouwen.
Dit geldt niet alleen voor bestrijdingsmiddelen maar ook voor allerlei chemische preparaten, vitamines, tabletten, medicijnen enz. Maar ook voor allerlei kunststoffen waarvan wij de lange-termijn effecten, nog, niet kennen zoals PFAS.
Ja, dat is ook evolutie.
Hoe lang wij, mensen, op deze aarde kunnen bestaan, daar hebben wij geen idee van. We kunnen dit zowel positief als negatief beïnvloeden. Wel weten we dat we in de natuurlijke omgeving ontstaan en uitgegroeid zijn en daardoor bijna volledig bestand tegen natuurlijke dreigingen. Nu zijn we de natuur geleidelijk aan het vervangen zijn door een kunstmatige waarbij we geen idee hebben van gevolgen op de lange termijn.
Uiteindelijk heeft toch de natuur het laatste woord en de langste adem.
Hiermee eindigt dit verhaal.
Ieder kan ermee doen wat wenselijk is.
Toch hoop ik dat diegenen die dit lezen ook respectvol met de natuur zullen omgaan en schade of vervuiling daarvan tot een minimum zullen beperken.
Wij hebben ook het geluk van onszelf, onze kinderen en kleinkinderen voor een groot deel zelf in de hand.
Bedankt en tot het volgende verhaal.
Met Mark zal ik nog veel te bespreken hebben.
Epiloog.
Met Mark heb ik nog vaak over dit onderwerp gesproken en ook veel geleerd.
Het waarom van alle inderhaast bedachte maatregelen, vaststelling van de limietwaarden van de koolzuur en stikstof uitstoot en de paniekreacties van alle partijen inclusief de politiek en de rechtelijke macht.
Volgens Mark was dit de waanzin van de dag.
De natuur gaat haar eigen gang, onafhankelijk van de (re)acties van de mensheid.
Dat natuurlijke verloop zal in een aantal gevallen zeer prettig zijn, zoals wij dat ervaren, maar in andere gevallen hoogst onprettig, denk aan aardbevingen, vulkaan uitbarstingen, ijstijden, extreme hittegolven enzovoort.
Wij zijn uitgerust met de mogelijkheden en de capaciteit om met deze zaken om te gaan.
In feite kunnen wij, als mensheid, overal (over)leven, of het nu gaat over extreme koude, denk aan eskimo’s, of extreme hitte, stammen in en rond de sahara, en natuurlijk onze laatste “veroveringen” in de ruimte.
Maar wij moeten zorgvuldiger met onze natuur omgaan !
Niet alleen met de atmosfeer maar ook alles wat zich onder onze voeten bevindt en waar menige politicus naar weigert te kijken (geld en macht!).
Het is van essentieel belang om zorg te dragen voor onze persoonlijke hygiëne !
Daarmee bedoel ik het in stand houden van onze eigen capaciteiten en ons lichaam niet vergiftigen met allerlei stoffen die, op korte of lange termijn, een bedreiging vormen voor onze gezondheid, vitaliteit en DNA, daardoor ook de kansen voor overleven verkleinen van onze (klein)kinderen.
Daarnaast zijn er ook andere factoren die belangrijk zijn.
Op dit moment kijken we sterk naar uitstoot en dergelijke maar we moeten onze oordelen veel meer laten leiden door mondiale en geologische structuren.
Daarbij zal het duidelijk zijn dat in een rots- en bergachtig gebied er geen noemenswaardige uitstoot zal zijn en er ook weinig verandering te verwachten is. Uitstoot eisen aan dit gebied stellen is zinloos.
Daarnaast, in een geologisch gebied dat gedomineerd wordt door rivieren en goed bewoonbaar achterland zullen haven, industrie en transport faciliteiten al snel domineren.
Met toename van de bevolking is dit onvermijdelijk.
Soortgelijke redeneringen gelden ook voor landbouw en veeteelt gebieden.
Het eenzijdig opleggen van uitstoot eisen aan een beperkte regio is nonsens.
De ene regio heeft per definitie, door geologische en daardoor bevolkingsoorzaken, een hogere uitstoot dan een andere.
Dus: mondiaal moet dat bekeken worden, niet elke regio toetsen aan het “veronderstelde en onbewezen” wenselijke.
Laten we samen genieten van de wonderen van een schone wereld waar ook onze kinderen een fijn leven kunnen hebben.
Geef een reactie